Ga naar de inhoud van deze pagina.
Begroting 2026 Concept

Lokale heffingen

Uitgangspunten

De uitgangspunten voor de ontwikkeling van de lokale algemene belastingen en heffingen zijn vastgesteld bij de Perspectiefnota 2026 en de verschillende legesverordeningen. In de begroting zijn de volgende uitgangspunten verwerkt:

  • Leges: de wettelijke basis voor de kostendekkendheid van de leges is artikel 229 van de Gemeentewet. Op grond van dit artikel is het mogelijk leges te heffen. Deze tarieven mogen maximaal 100% dekkend zijn (artikel 229b Gemeentewet). De tarieven zijn ten opzichte van 2025 verhoogd met 2,5%. Tarieven die van rijkswege worden vastgesteld zoals de tarieven voor rijbewijzen en paspoorten worden gebaseerd op het maximale rijkstarief.
  • Tarieven voor bestemmingsbelastingen en -rechten (rioolheffingen, afvalstoffenheffing en marktgelden) worden bepaald uit het oogpunt van 100% kostendekkendheid, waarbij we de lasten voor kwijtschelding, overhead en btw-component als kostenpost meenemen in de berekening. In de tarieven is rekening gehouden met een stijging van 2,5% zoals is vastgesteld bij de Perspectiefnota.
  • De tarieven voor toeristenbelasting zijn verhoogd met 2,5% en afgerond op € 0,05.
  • Voor de stijging van inkomsten van de onroerendezaakbelasting (OZB) geldt de “gecombineerde bbp index” zoals opgenomen in de Meicirculaire 2025. Dit percentage komt uit op 4,72%. De onroerendezaakbelasting is gebaseerd op de waarden op peildatum 1 januari 2025. Omdat deze waarden bij het opstellen van de begroting nog niet bekend zijn, worden deze ingeschat op basis van landelijke gegevens van de Waarderingskamer. Voor woningen wordt de waardeontwikkeling tussen 1 januari 2024 en 1 januari 2025 geschat op 10,5%. Voor niet-woningen wordt de waardeontwikkeling over dezelfde periode geschat op 2%. Bij de berekening van het OZB-tarief voor woningen wordt ook rekening gehouden met een nacalculatie van de waardestijging van vorig jaar. Vorig jaar was uitgegaan van een waardestijging van 3,5%; in werkelijkheid was dit 4,5%. Het effect op de netto lasten van de belastingplichtige is, bij een gemiddelde WOZ-waarde, per saldo 3,81%. Omdat de werkelijk waarde kan afwijken van de ingeschatte waardeontwikkeling, kan het effect voor de belastingplichtige ook anders zijn dan is ingeschat in de begroting 2026.